You are here

Hoe Schiphol nooit meer iets kwijtraakt

Schiphol barst van de geavanceerde techniek in vliegtuigen en beveiliging, maar de distributie van bagagekarren werkt nog opvallend analoog. Personeel moet zelf nagaan of er voldoende karretjes aanwezig zijn op de plaatsen waar reizigers ze nodig hebben. Een nieuw systeem brengt hier verandering in. door Steven Beek

Een onderzoeksteam van de Universiteit Twente heeft het afgelopen jaar gewerkt aan een systeem om de locatie van objecten op de luchthaven efficiënter in beeld te brengen. Paul Havinga, hoogleraar Informatica en COMMIT/projectleider van SenSafety, leidt het project. “Schiphol is een enorm terrein waar veel objecten rondzwerven,” vertelt hij. “Op papier is duidelijk waar alles zich bevindt, maar in de praktijk klopt daar vaak niets van. Bagagekarren raken voortdurend kwijt en zelfs grote en zeer kostbare apparatuur als röntgenscanners is soms onvindbaar.”

Havinga en zijn team hebben in de D-pier van Schiphol een pilot opgezet van ongeveer een jaar, waarbij ze de positie van onder andere bagagekarretjes in beeld wilden brengen. Al snel kwamen ze erachter dat er allerlei positioneringstechnieken op de markt waren, maar dat geen van deze technieken geschikt was voor Schiphol.

Gps: alleen voor buiten

Gps (global positioning system) is de meest bekende positioneringstechniek. Routenavigatiesystemen maken veelal gebruik van gps, het werkt dan ook het beste als het buiten gebruikt wordt. Hoewel Schiphol enorm is blijft het een gebouw waarbinnen gps-signalen slecht doorkomen. Bovendien bepaalt gps alleen coördinaten: het ziet niet op welke verdieping de zender is.

Bluetooth: onnauwkeurig

Bluetooth-techniek wordt in de vorm van iBeacons veel toegepast door winkels, vooral in de Verenigde Staten. Een iBeacon kan data versturen naar smartphones in de buurt, zodat winkeliers aanbiedingen kunnen tonen aan passanten. Het werkt goed, maar Schiphol wil de exacte locatie van objecten kunnen zien, niet alleen nabijheid. Daarom viel bluetooth af als techniek voor Havinga en zijn team.

WiFi: energieslurper

Wanneer een smartphone met meerdere wifi-zenders verbonden is, kan vrij nauwkeurig de positie worden berekend. Handig, omdat de meeste gebouwen al een wifi-infrastructuur hebben. Wifi heeft echter een belangrijk nadeel: het verbruikt veel energie. Een telefoon wordt elke dag opgeladen, maar de duizenden zenders die je op Schiphol nodig hebt moeten jaren meegaan op één batterij. Ook geen wifi dus.

Omdat Havinga en zijn team geen bestaande techniek konden gebruiken moest er een heel nieuw systeem worden opgetuigd, compleet met bakens, zenders en algoritmes om de posities te berekenen. Daarbij kregen ze hulp van Locus Positioning en Undagrid, twee bedrijven die zich bezighouden met lokalisatietechnieken.

Ze begonnen met het installeren van een infrastructuur van wifi-bakens. “Bij gps heb je een satelliet in de lucht hangen, wij hebben bakens in het plafond waar de zenders contact mee maken,” vertelt Havinga. Die zenders hebben ze vastgemaakt aan bagagekarretjes, vliegtuigtrappen, röntgenscanners en andere objecten. Ten slotte hebben ze algoritmes aan het werk gezet om de positie van de zenders te berekenen, en hebben ze software gebouwd om alles netjes op een kaart weer te geven.

Nomaden

De gebruikte zenders zijn uitgerust met slimme elektronica. “Het is meer dan een simpele zender,” zegt Havinga. “Als het karretje beweegt maakt hij bijvoorbeeld geen verbinding met de bakens. Pas als de kar tot stilstand komt geeft de zender een signaal af.” Omdat de zender alleen in actie komt wanneer het nut heeft, gaat de batterij veel langer mee. Een innovatie zijn de ‘nomadische bakens’: zenders die ook als baken signalen kunnen doorgeven. Als het zo uitkomt verandert een zender in een baken voor andere zenders. Daardoor is er veel minder infrastructuur nodig.

Het project Lost & Found werd binnen het onderzoeksprogramma COMMIT/ opgezet. De pilot was een succes: Schiphol gaat met Undagrid aan de slag om de ontwikkelde techniek op de hele luchthaven toe te passen en de verzamelde data verder te analyseren. “De techniek is natuurlijk niet alleen voor luchthavens geschikt,” zegt Havinga. “Daarom kijken Locus Positioning en de Universiteit Twente naar toepassing van deze nieuwe techniek in bijvoorbeeld ziekenhuizen.”

Dit artikel verscheen eerder op NEMO Kennislink.