You are here

21 ideeën voor een beter internet

Voorstellen om het internet weer te democratiseren

Het internet begon als een groot democratisch experiment, maar inmiddels zijn een paar grote bedrijven oppermachtig. Samen controleren ze welke muziek we luisteren, welk nieuws we lezen en welke reclames we zien. Ook overheden hebben het internet gekoloniseerd. Ze gebruiken het om op grootschalige wijze privéinformatie over ons op te slaan of om democratische processen in binnen- of buitenland te verstoren.

In plaats van het vrije, machtsvrije netwerk dat de mensheid zou bevrijden, dreigt het internet een platform te worden voor ongebreidelde manipulatie en machtsuitoefening. Hoog tijd om ons af te vragen of we het tij kunnen keren: hoe wordt het internet weer van ons? De Volkskrant vroeg wetenschappers van verschillende disciplines naar ideeën. Hier de oogst! Door: Michiel Hulshof Menno Van Der Veen, Volkskrant 17 juni 2017

Illustratie © Tim Enthoven

1: OVERHEID

Laat de overheid een eigen Facebook bouwen. Idee: Ben Crum (hoogleraar politicologie Vrije Universiteit Amsterdam)
Probleem: Essentiële infrastructuur is in handen van private bedrijven.  
Oplossing: Richt een internationale publieke organisatie op die invloed krijgt op het beheer van het internet. En laat overheden zelf bepaalde internetfuncties aanbieden.

Toelichting: Het internet is uitgegroeid tot een essentiële infrastructuur van algemeen belang, zoals drinkwater of het wegennet. Dat gaat niet alleen om de hardware maar juist ook om vitale software zoals zoekmachines en platforms voor sociale media. Het is allesbehalve vanzelfsprekend dat het beheer daarvan op dit moment volledig in handen is van private bedrijven met winstoogmerk zoals Google of Facebook. Om de stabiliteit, veiligheid en toegankelijkheid van het internet te garanderen, moet het beheer collectief of publiek belegd worden.

We kunnen het internet waarschijnlijk niet nationaliseren. Maar we kunnen wel zorgen voor meer publieke sturing en toezicht. We hebben een internationale organisatie nodig waarin overheden gezamenlijk beleid ontwikkelen voor de gewenste inrichting van het internet. Het lijkt handig om daarbij te beginnen met een kleinere coalition of the willing met westerse landen, zoals dat ook is gebeurd met de internationale klimaatconferenties.

Overheden zouden voor zo'n organisatie een positie kunnen afdwingen als een soort preferente aandeelhouder bij internetbedrijven van algemeen belang. Ook zouden ze bedrijven zoals Google of Facebook kunnen dwingen aparte Raden van Publiek Toezicht in te stellen. Dit soort publieke deelnemingsconstructies kennen we natuurlijk in tal van netwerksectoren in Nederland: Schiphol, ProRail, PostNL.

Daarnaast kunnen overheden bepaalde internetfuncties zelf gaan aanbieden, bijvoorbeeld een soort Facebook in publiek beheer, een publieke basisvoorziening die gegarandeerd veilig en toegankelijk is en die gebruikers in principe de mogelijkheid biedt om zich te onttrekken aan de private monopolies. Je zou een parallel kunnen trekken met de voormalige Postgiro, die overigens wat mij betreft ook mag terugkomen.

2: BUREAU

Centraal Bureau voor de Internetstatistiek. Idee: Aiko Pras (hoogleraar internetveiligheid Universiteit Twente)
Probleem: Bedrijven en overheden slaan alle internetdata van iedereen op.
Oplossing: Een onafhankelijk bureau moet inzichtelijk maken hoe de datastromen lopen.

Toelichting: Als je één keer op de website van Facebook bent geweest en daarna nooit meer, dan nog verstuurt je computer nog jarenlang data over welke websites die je bezoekt naar Facebook. De meeste mensen weten dat helemaal niet. Ze zouden schrikken als de feiten kennen.

Ik ben al sinds 1979 bezig met netwerken en de voorlopers van het internet. Als je mij rond de eeuwwisseling had verteld dat we met zijn allen veiligheidsdienst Stasi 2.0 aan het bouwen waren, waarin bedrijven en overheden alles van iedereen zouden opslaan, had ik het niet geloofd. Toch is dat precies wat nu gebeurt.

We moeten meer awareness onder internetgebruikers creëren. Dat doe je door te zorgen dat mensen de feiten kennen. Zelfs politici kennen de feiten nu niet. We hebben daarom een Centraal Bureau voor de Internetstatistiek nodig dat onafhankelijk data verzamelt over het internetverkeer en daarover op vaste tijden cijfers publiceert. Hoeveel data gaat naar welke partijen? Welk percentage van het internetverkeer gaat langs Google, Facebook of Huawei? Hoeveel data wordt in onze huiskamers verzameld door internettelevisies? Welk deel van het internetverkeer verlaat eigenlijk het Schengengebied?

Pas nadat het Centraal Bureau voor de Internetstatistiek voor bewustzijn heeft gezorgd, kan stap twee volgen: het aannemen van wetgeving die deze massale dataverzameling en -opslag beteugelt.

3: PIZZA

Pizza's van eigen bodem. Idee: Wil van der Aalst (hoogleraar computerwetenschappen Technische Universiteit Eindhoven)
Probleem: Als het internet een pizzeria is, komen de bodems uit Amerika.
Oplossing: Europa moet investeren in een eigen bodem van Green Big Data technologie.

Toelichting: Elke minuut loggen wereldwijd 900.000 mensen in op Facebook, worden 16 miljoen tekstberichten via WhatsApp verstuurd, 4 miljoen videos op YouTube bekeken, 120 nieuwe accounts op LinkedIn geopend en 990.000 keer geswiped op Tinder. Internetverkeer wordt overal ter wereld gegenereerd, maar de software komt vrijwel allemaal uit de VS. Alleen Spotify is niet Amerikaans.

Doen we het in de wetenschap beter? Nee! Als je de Google Scholar index bekijkt van meest geciteerde ICT-wetenschappers, dan is de hele toptien Amerikaans. Ik sta zelf op plek 12, en ben de enige Nederlander in de hele top-250. Ik zeg dat niet om op te scheppen, maar om te laten zien hoe dramatisch de situatie is. Vrijwel alle studenten die de opleiding data science in Eindhoven volgen, hebben online colleges op Amerikaanse universiteiten gevolgd. In Nederland maken we die online colleges nauwelijks. Maar als we geen eigen opleidingen opzetten, worden onze studenten getraind met enkel ideeën uit Stanford.

Als het internet een pizzeria is, dan komen de bodems uit Amerika. In Nederland kunnen we geen pizzabodems maken. We zijn wel goed in de toppings: allerlei sectoren ontwikkelen toepassingen voor het gebruik van big data in de gezondheidszorg, energiesector, vervoer. Het Topsectorenbeleid stimuleert dat ook. Maar als die toepassingen gebruik maken van onderliggende Amerikaanse big data technologie dan heb je daar uiteindelijk geen controle over. De Amerikanen kunnen zo een veel groter stempel drukken op allerlei zaken in ons dagelijks leven zoals de nieuwsstroom, waardoor ze manier waarop we naar de wereld kijken beïnvloeden.

We moeten onze eigen pizzabodems gaan maken. Dat betekent substantieel geld investeren in de basis van big data technologie. Big Data moet op zichzelf een topsector worden.

Ik zie allerlei mogelijkheden. Amerikanen zijn niet goed in privacybescherming. Zij vinden dat wij Europeanen het onszelf maar moeilijk maken met die privacyregels. Dat kan je ook zien als kans. Ik pleit ervoor dat we gaan investeren in Groene Big Data, technologie die wel de economische voordelen van big data biedt, maar zonder de negatieve effecten op privacy. Denk bijvoorbeeld aan big data-analyse van versleutelde gegevens, of 'vergeetachtige' databases. Dat is de toekomst, want je weet nu al dat mensen die inbreuk op hun privacy niet zullen blijven accepteren.

Lees hier de overige 18 voorstellen

© Volkskrant